De training sluit aan op de dagelijkse praktijk van de deelnemers. Het accent ligt op doen en ervaren. Casuïstiek, oefeningen en rollenspellen bieden de deelnemers handvatten om na de training te handelen volgens het agressieprotocol. De training gaat verder dan ‘weten wat je moet doen als je in een lastige situatie terecht komt’. Emotioneel en agressief gedrag hebben vaak een zodanige impact op mensen dat ze van schrik of boosheid niet weten wat ze moeten doen. Medewerkers worden of boos, of ze worden bang, raken geïntimideerd en weten van schrik niets meer uit te brengen. In de training ervaren de deelnemers wat deze stressreactie met hen doet en hoe ze hier controle over kunnen krijgen. Jongeren die zijn opgeleid tot trainingsacteur, voeren de druk stap voor stap op, net zolang totdat de deelnemers een lastige situatie zelfverzekerd tegemoet kunnen treden én kunnen beëindigen.